Het Hugenotenkruis

Paulus zegt in Gal:14a: Ik wil mij op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer. Over het kruis waarover Pau­lus spreekt wil ik het heb­ben.

Kent u dit kruis? Het is een vorm, die uit Frankrijk afkomstig is en gedragen wordt door de Huge­noten, de Franse Protestan­ten. In Frankrijk zijn verschillende musea gewijd aan de ge­schiedenis van deze Hugenoten. Vooral over een be­paalde periode, die ook wel de désert wordt genoemd, ofte­wel de wildernis. In de 17e eeuw, tijdens de rege­ring van de Zonnekoning, Lodewijk XIV, werden die Hugenoten enorm vervolgd. Lodewijk XIV was een absoluut vorst, een dictator. Hij eiste absolu­te gehoorzaamheid en eenheid. Veel van Hugenoten vluchtten naar het buitenland, ook naar ons land. Sindsdien wonen in ons land veel nazaten van Franse Hugenoten.

De Hugenoten moesten in het geheim samenkomen; in grotten of verlaten plaatsen van de Ceven­nen. Alles moest illegaal ge­beuren. Toen is onder de Franse pro­testanten het hugenoten­kruis het of­ficiële herkenningssymbool ge­worden. Maar ook bui­ten Frankrijk is het bekend. Wie weet heeft u ook wel zo’n kruis­je aan een kettinkje of anders in huis. Hoe dan ook: het is een prachtig symbool, met een rijke beteke­nis.

En daar wil ik, n.a.v. het gedeelte uit Galaten over hebben. Het symbool van het Hugenotenkruis werd in 1688, midden in die hevige vervolgingen, bedacht door Maystre, een edelsmid in Nîmes. Het grootste deel ervan wordt gevormd door een vierkant kruis: het zgn. Maltezerkruis. Oorspron­kelijk is dat het onder­scheidingsteken van de Maltezers, een geestelij­ke ridderorde uit de Middel­eeuwen. Ze hadden hun basis op het eiland Malta. En juist dit Maltezerkruis sprak de Hugenoten aan, omdat het an­ders is dan het crucifix. Dat RK kruissymbool herinnerde hen te veel aan hun ver­volgers. Het Maltezerkruis is een eenvoudig en veelzeggend kruis. Het trekt direct de aandacht en vormt de kern van dat Hugenotenkruis.

Tussen de uitein­den van het kruis zitten lelies: de zgn. Franse lelies, een beroemd sym­bool. Ik vind die lelies ont­roerend, want het geeft aan dat de Hugenoten, ondanks die ver­volgingen, trouw wilden blij­ven aan hun va­derland. Zelfs toen ze moesten vluchten bleven ze van hun land houden. De lelie is ook het symbool van schoonheid en waarheid. Ook dat is veelzeg­gend. Het geloof is echt iets moois. Sterker nog: het is vol schoonheid. Het heeft nl. betrekking op het allermooiste: op God zelf,

Tussen het hart van het kruis en de lelies zie je vier open harten. Je krijgt steeds meer bewonde­ring voor het ontwerp van die edelsmid. Ook die open harten zijn zo veelzeggend. Want is een open hart niet iets dat bij een gelovige hoort?! Allereerst een open hart naar God toe: Wat is Uw wil? Welke weg wijst U mij? Dan kun je niet zonder de Bijbel, waarin God zijn wil heeft geo­penbaard. Een open hart daar­voor.

Het was in die tijd gevaarlijk om de Bijbel lezen. Als je gesnapt werd, was je het haasje. Maar ze bleven de Bijbel lezen, dat is brood voor het hart, het is de brandstof om vol te houden op de levens­weg. Beseffen wij hoe geweldig het is, dat wij die Bijbel, zomaar in onze eigen taal, in alle vrijheid kunnen lezen! Gaat ons hart elke keer weer open als we eruit lezen, thuis aan tafel, in onze stille tijd, de gemeente?

Die harten slaan ook op de liefde. De liefde tot God en elkaar. De gelijke armen van dat kruis: verti­caal en horizontaal, ze zijn aan elkaar verbonden in het hart, anders is het geen kruis meer, dan valt het uit elkaar. Open harten, onderlinge liefde. Open harten naar God en naar elkaar toe; die zijn er als je dicht bij het kruis van Jezus Christus bent en blijft.

Aan de uiteinden van het kruis zitten knoppen die parels voorstellen. Acht stuks om pre­cies te zijn. Ze staan voor de 8 zaligsprekingen waarmee Jezus de Bergrede begint: Zalig de armen van geest, zalig die treu­ren, zalig de zachtmoedige, enz. Ze zijn als parels afge­beeld, want hoe kostbaar is het als Jezus je zalig spreekt. Samen met die vier lelies zijn het twaalf voorwerpen aan de buiten­rand van het Hugenotenkruis. Dat zijn samen de twaalf artikelen van het geloof. In twaalf kern­achtige zinnen wordt het algemeen en ongetwijfeld katholieke christelijk ge­loof uitgesproken. Een geloofs­belijdenis die door christenen overal ter wereld herkend en er­kend wordt.

Met andere woor­den: dit Hugenotenkruis hoort niet bij een of ander sektarisch groepje, maar geeft aan dat men zich verbon­den voelt met heel die katholieke oftewel algemene christelijke kerk van alle tijden en plaatsen. We zijn lid van heel die we­reldwijde familie van God!

Onderaan het Hugenotenkruis hangt een duif. Dat was oor­spronkelijk anders. Toen hing er iets an­ders onder. De één vond het op een kruikje lijken en de ander juist op een traan. Het kruik­je zou kunnen slaan op de zalving met de Heilige Geest. De traan op het lij­den, dat de Hugenoten trof. Pas later werd dit ver­vangen door een duif, het symbool van de Heilige Geest. Zo zien we in het Huge­notenkruis ook een symbool van de Drie-eenheid. Het centrum van het kruis slaat op God de Vader, het kruis op Jezus Christus en de duif op de Heilige Geest. De duif aan het Hugenotenkruis duidt ook op de centrale plaats die Jezus Christus, de Gekruisigde en Opgestane, in wil nemen en dat die al­leen deel van mijn leven wordt door de werking van de Heilige Geest. De Heilige Geest verbindt me aan God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus.

In de naam van de Vader, de zoon en de Heilige Geest Amen

Dit is een verkorte weergaven van de preek op zondag 7 juli 2019 in de Protestan­tse Gemeente Goede Reede, Almere Haven.